MijnBiologie.nl
Zoek op de site:
  • Home
  • Brugklas
    • 1. Wat is biologie? >
      • - Levend - dood - levenloos
      • - Tekeningen maken
      • - Vergroten
      • - Tabellen en grafieken
      • - Groei bij de mens
      • - Ontwikkeling bij kikkers
      • - Biologie in beroepen
      • - Ontwikkeling bij de mens
      • - Metamorfose bij vlinders
      • - Onderzoek doen
    • 2. Planten >
      • - De levenscyclus van een plant
      • - Wortels
      • - Stengels
      • - Bladeren
      • - De interactieve flora
      • - Eetbare wortels, stengels en bladeren
      • - Jaarringen
      • - Fotosynthese
      • - Woordenlijst
    • 3. Organen en cellen >
      • - De torso
      • - De microscoop
      • - Werken met de microscoop
      • - Plantaardige cellen
      • - Dierlijke cellen
      • - De ligging van organen
      • - Plastiden
      • - Woordenlijst
    • 4. Ordening >
      • - Ordenen van organismen
      • - Rijk van de bacteriën
      • - Rijk van de schimmels
      • - Rijk van de planten
      • - Indeling van zaadplanten
      • - Rijk van de dieren
      • - Eencellige dieren
      • - Geleedpotigen
      • - Gewervelden >
        • Amfibieën
        • Reptielen
        • Vissen
        • Vogels
        • Zoogdieren
      • - Indelen van organismen
      • - Soorten en rassen
      • - Practicum mossel
      • - Een werkstuk maken
      • - Oefenen >>> >
        • Toets orde (BS 1 t/m 4)
        • Toets orde (helemaal)
    • 5. Stevigheid en beweging >
      • - Inleiding
      • - Het skelet van de mens
      • - Skelet van zoogdieren
      • - Kraakbeen en been
      • - Beenverbindingen
      • - Spieren
      • - Houding en beweging
      • - Blessures
      • - De schedel
      • - Skelet van dieren
      • - Oefenen >>> >
        • Toets (helemaal)
        • Skelet van een hond
        • Extra vragen
    • 6. Voortplanting >
      • - Je verandert
      • - Voortplantingsstelsel man
      • - Voortplantingsstelsel vrouw
      • - Menstruatie
      • - Seksualiteit
      • - Geboorteregeling
      • - Zwangerschap en geboorte
      • - Seksueel overdraagbare aandoeningen
      • - Oefenen >>> >
        • Toets (helemaal)
    • 7. Bloemen, vruchten, zaden >
      • - Bloemen
      • - Bestuiving
      • - Bevruchting
      • - Vruchten en zaden
      • - Verspreiding van vruchten en zaden
      • - Kruisbestuiving en zelfbestuiving
  • Tweede klas
    • 1. Verbranding en ademhaling >
      • - Wat is verbranding?
      • - Ingeademde en uitgeademde lucht
      • - Verbranding in je lichaam
      • - Het ademhalingsstelsel
      • - De longblaasjes
      • - Gezonde longen en luchtwegen
      • - Roken
      • - Koudbloedig en warmbloedige dieren
      • - Inademen en uitademen
      • - Oefenen >>> >
        • Verbranding (BS 1 t/m 3)
    • 2. Voeding en vertering >
      • - Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
      • - Het aantonen van zetmeel
      • - Gezonde voeding
      • - Hoeveel moet je eten en drinken?
      • - Het verteringsstelsel
      • - Het gebit
      • - De organen voor de vertering
      • - Practica
      • - Samenvatting
      • - Opdrachten voeding
    • 3. De bloedsomloop >
      • - Bloed
      • - De bloedsomloop
      • - Het hart
      • - De bloedvaten
      • - Hart- en vaatziekten
      • - Uitscheiding
      • - Weefselvloeistof en lymfe
      • - Antistoffen
      • - Oefenen >>> >
        • Toets (begrippen bloed)
        • Toets bloed (BS 1 t/m 3)
        • Toets bloed (helemaal)
    • 4. Waarneming en regeling >
      • - Het oog
      • - Het oor
      • - De huid
      • - Hersenen
    • 5. Voortplanting
  • MAVO 3
    • 1. Organen en cellen >
      • - Organismen
      • - Organen, cellen en weefsels
      • - Werken met de microscoop
      • - Plantaardige cellen
      • - Dierlijke cellen
      • - Chromosomen
      • - Celdeling
    • 2. Ordening >
      • - Het ordenen van organismen
      • - Rijk bacterieën
      • - Rijk schimmels
      • - Rijk planten
      • - Rijk dieren
      • - Eencellige dieren
      • - Geleedpotigen
      • - Gewervelden
      • - Indelen van organismen
      • - Beoordelingspracticum: De mossel
    • 3. Voortplanting >
      • - Reductiedeling
      • - Voortplantingsstelsel man
      • - Voortplantingsstelsel vrouw
      • - Hormonen en voortplanting
      • - Geboorte en ontwikkeling
      • - Seksueel overdraagbare aandoeningen
      • - Geboorteregeling
      • - Seksualiteit
      • - Vragen
      • - Toets voortplanting
    • 4. Erfelijkheid >
      • - Genotype en fenotype
      • - Geslachtschromosomen
      • - Tweelingen
      • - Chromosomen en genen
      • - Genenparen
      • - (Monohybride) kruisingen
      • - Oefentoets kruisingen
      • - Stambomen
      • - Biotechnologie
      • - Oefenen >>> >
        • - Toets begrippen erfelijkheid
        • - Toets j/o erfelijkheid
        • - Oefentoets monohybride kruisingen
      • - Overig >
        • Kanker opdracht
    • 6. Regeling
    • 7. Zintuiglijke waarneming >
      • Handelingsopdracht
  • MAVO 4
    • 1. Stofwisseling
    • 2. Planten
    • 3. Ecologie >
      • - Invloeden uit het milieu
      • - Voedselrelaties
      • - Kringlopen
      • - Piramides
      • - Populaties
      • - Aanpassingen bij dieren
      • - Aanpassingen bij planten
    • 4. Mens en milieu
    • 5. Voeding >
      • - Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
      • - De organen voor de vertering
      • - Het gebit
      • - Het verteringsstelsel
      • - Gezonde voeding
    • 6. Gaswisseling >
      • - Gaswisseling bij dieren
      • - Ademhalingsstelsel mens
      • - De longblaasjes
      • - Ventilatie in de longen
      • - Gezonde longen en luchtwegen
      • - Examenvragen
    • 7. Transport >
      • - Bloed
      • - De bloedsomloop
      • - Het hart
      • - Hart- en vaatziekten
      • - De bloedvaten
      • - Weefselvloeistof en lymfe
    • 8. Opslag, uitscheiding en bescherming >
      • - Nieren en urinewegen
      • - Huid en onderhuidse bindweefsel
      • - Transplantaties en bloedtransfusies
  • Bovenbouw
    • Inleiding in de biologie >
      • - Wat is biologie?
      • - Natuurwetenschappelijk onderzoek
      • - Organen, cellen en weefsels
      • - De microscoop
      • - Plantaardige en dierlijke cellen
      • - Submicroscopische bouw van cellen
      • - Stoffenstransport tussen cellen en hun opgeving
      • - Osmose bij planten

Oefentoets monohybride kruisingen

Test je kennis over monohybride kruisingen met met deze toets van 25 vragen. Klik onderaan de pagina op "Check je score" om je te zien hoe je de toets hebt gemaakt en om te bekijken welke vragen je goed of fout had. Kom je er niet uit? Kijk bij de uitleg, hier staat het goede antwoord en een korte uitleg. Heb je eerst uitleg nodig? Bekijk dan deze twee filmpjes over de monohybride kruisingen. Succes! 
1. Welke genotype hoort/ horen bij een dominant fenotype?
(Uitleg)
2. Welke genotype hoort/ horen bij een recessief fenotype?
(Uitleg)
3. Welke homozygote genotypes kennen we?
(Uitleg)
4. Welke heterozygote genotypes kennen we?
(Uitleg)
[Deze informatie hoort bij vraag 5 en 6.] Een mannetje (AA) wordt gekruist met een vrouwtje (aa).
5. Welke mogelijke zaadcellen en eicellen kunnen er gemaakt worden?

(Uitleg)
6. Welke genotypes zal/ zullen de F1 hebben?
(Uitleg)
[Deze informatie hoort bij vraag 7, 8 en 9.] Bij fruitvliegjes is het allel voor lange vleugels dominant over het allel voor korte vleugels.
7. Welke genotypes hoort/ horen bij een langvleugelig dier?

(Uitleg)
8. Wat is het genotype van een kortvleugelig dier?
(Uitleg)
9. Wat is het genotype van de F1 als de twee ouders beide homozygoot zijn, maar elk een ander fenotype hebben?
(Uitleg)
Een mannetjes muis paart met tien verschillende homozygote bruine vrouwtjesmuizen. Alle nakomelingen worden bruin. Deze nakomelingen worden onderling gekruist en het resultaat daarvan is 299 bruine muizen en 109 witte muizen.
10. Welke haarkleur heeft de mannetjes muis en wat is zijn genotype?

(Uitleg)
[Deze informatie hoort bij vraag 11, 12 en 13.] Twee zwarte vrouwelijke hamsters paren met hetzelfde zwarte mannetje. Na een aantal worpen heeft het eerste vrouwtje 73 zwarte jongen gekregen en het tweede vrouwtje 53 zwarte en 19 bruine jongen.
11. Welk allel is dominant?

(Uitleg)
12. Wat is het genotype van het het 2e vrouwtje en het mannetje?
(Uitleg)
13. Wat is het genotype van het het 1e vrouwtje en het mannetje?
(Uitleg)
[Deze informatie hoort bij vraag 14 en 15.] Het allel voor korte vingers is bij mensen dominant over dat van normale vingers. Een man met korte vingers, waarvan de moeder normale vingers heeft, trouwt een vrouw met normale vingers.
14. Hoe groot is de kans dat hun eerste kind korte vingers heeft?

(Uitleg)
15. En hoe groot is deze kans bij hun tweede kind?
(Uitleg)
[Deze informatie hoort bij vraag 16 en 17.] Een zebra met zwarte strepen wordt gekruist met een zebra met oranje strepen. 50% van de nakomelingen krijgen zwarte strepen en 50% krijgen oranje strepen. De oranje zebra is homozygoot.
16. Is de oranje zebra homozygoot recessief of homozygoot dominant?

(Uitleg)
17. Wat is het genotype van de zwarte zebra?
(Uitleg)
[Deze informatie hoort bij vraag 18 en 19.] Bij koeien is het allel voor een zwarte vacht dominant over het allel voor een rode vacht.
18. Kunnen uit twee zwarte dieren rode kalveren geboren worden?

(Uitleg)
19. Kunnen uit twee rode dieren zwarte kalveren geboren worden?
(Uitleg)
[Deze informatie hoort bij vraag 20 en 21.] Een vrouw met krullen paart met een man met steil haar. Beide zijn homozygoot.
20. Al hun kinderen krijgen krullen. Welk allel is recessief?

(Uitleg)
21. Wat zijn de genotype van de ouders geweest?
(Uitleg)
[Deze informatie hoort bij vraag 22, 23 en 24.] Korte vingers is dominant over lange vingers. Een man waarvan de ouders beide lange vingers hadden krijgt kinderen met een vrouw die korte vingers heeft. Al hun kinderen zijn heterozygoot voor deze eigenschap.
22. Wat is het genotypen van de ouders van de man?

(Uitleg)
23. Wat is het genotypen van de man?
(Uitleg)
24. Wat is het genotypen van de vrouw?
(Uitleg)
Een zwart nijlpaard wordt gekruist met een wit nijlpaard. Het witte nijlpaard is homozygoot. De ouders van het zwarte nijlpaard waren allebei wit.
25. Hoeveel % van de nakomelingen zijn Aa?

(Uitleg)
Je score is:
 Copyright © 2018 - MijnBiologie.nl
Contact: info@mijnbiologie.nl

✕